Wetboek

Deze wet is van toepassing op alle personen die zich binnen de grenzen van het grondgebied van Westerdam bevinden.

Alle inwoners, bezoekers en overige personen die zich in Westerdam bevinden, vallen onder de rechtsmacht van dit Wetboek, ongeacht hun status of herkomst.

De politie van Westerdam is belast met de handhaving van de openbare orde, de opsporing van strafbare feiten en het handhaven van de bepalingen van dit wetboek.

Politieambtenaren zijn bevoegd tot:

1. het staande houden, fouilleren, doorzoeken, filmen, aanhouden, transporteren en berechten van verdachten;
2. het gebruik van passend geweld, indien dit noodzakelijk is voor de rechtmatige uitvoering van hun taak;
3. het gebruik van zwaailichten en sirenes bij spoedeisende situaties;
4. het vorderen van inzage in identiteitsbewijzen, rijbewijzen of andere documenten in het kader van hun politietaak.

Indien de situatie het toelaat, dient de politie voorafgaand aan het gebruik van geweld een waarschuwing te geven.

Het gebruik van geweld dient altijd proportioneel en subsidiair te zijn aan de omstandigheden van het geval.

Een ieder die wordt verdacht van een strafbaar feit, heeft de volgende rechten:

1. Het recht op een eerlijk en onpartijdig proces;
2. Het recht om te zwijgen;
3. Het recht op bijstand van een advocaat;
4. Het recht op medische zorg indien nodig;
5. Het recht op een tolk indien de verdachte de taal niet machtig is.

Strafbare feiten worden vervolgd door de bevoegde autoriteiten van Westerdam.

De Politie van Westerdam treedt op als uitvoerend orgaan bij de opsporing, aanhouding en inverzekeringstelling van verdachten.

De duur en aard van de opgelegde straffen worden bepaald overeenkomstig de bepalingen in dit Wetboek.

Politieel optreden dient te allen tijde in verhouding te staan tot het beoogde doel.

Indien hetzelfde doel kan worden bereikt met een minder ingrijpende maatregel, dient voor die maatregel te worden gekozen.

Misbruik van bevoegdheid is verboden en kan leiden tot disciplinaire en strafrechtelijke maatregelen.

Dit Wetboek geldt voor de gehele gemeente en het grondgebied van Westerdam.

In geval van onduidelijkheid of tegenstrijdigheid in de interpretatie van artikelen, prevaleert de uitleg die in overeenstemming is met de beginselen van redelijkheid, billijkheid en de openbare orde.

Alle bedragen, taakstraffen en sancties genoemd in dit Wetboek zijn bindend, tenzij door de bevoegde autoriteit anders wordt beslist.

Voor de toepassing van dit Wetboek worden de hierna volgende begrippen als volgt omschreven:

Deze wet regelt het verkeer op de openbare wegen binnen het grondgebied van Westerdam.

Iedere weggebruiker dient zich te gedragen op een wijze die de veiligheid op de weg niet in gevaar brengt en geen hinder of schade veroorzaakt voor anderen.

Het besturen van voertuigen op de openbare weg is uitsluitend toegestaan indien de bestuurder in het bezit is van een geldig rijbewijs, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van Westerdam.

De volgende rijbewijscategorieën zijn van toepassing:

1. A-rijbewijs: Motorrijtuigen.
2. BE-rijbewijs: Personenauto's en bromfietsen.
3. C-rijbewijs: Vrachtwagens (hieronder vallen tevens bedrijfsvoertuigen zoals de Mule).

De navolgende gedragingen worden aangemerkt als verkeersovertredingen en worden overeenkomstig bestraft:

Iedere bestuurder die zich schuldig maakt aan een verkeersovertreding ontvangt het bijbehorende aantal strafpunten zoals vermeld in artikel 28.

Bij het bereiken van vijf (5) punten wordt het rijbewijs van betrokkene ongeldig verklaard.

Een strafpunt blijft gedurende twee (2) weken geldig.

Na afloop van deze termijn vervalt het punt automatisch, tenzij binnen deze periode opnieuw een verkeersovertreding wordt begaan.

De politie van Westerdam is bevoegd voertuigen in beslag te nemen bij ernstige verkeersovertredingen.

De duur van de impound varieert tussen één (1) uur en achtenveertig (48) uur, afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding.

De duur van de inbeslagname wordt altijd vastgelegd in het proces-verbaal.

Bij herhaling van ernstige overtredingen kan de duur van de impound worden verdubbeld.

Het strafrecht van Westerdam heeft tot doel:

1. De bescherming van de samenleving tegen strafbare feiten;
2. De handhaving van de rechtsorde;
3. Het bevorderen van herstel tussen dader en samenleving;
4. Het voorkomen van recidive door passende straffen en maatregelen.

Alle straffen worden opgelegd overeenkomstig de ernst van het gepleegde feit en de persoonlijke omstandigheden van de dader.

Een huiszoeking mag uitsluitend plaatsvinden:

1. Met toestemming van de Hoofdofficier van Justitie of Officier van Justitie;
2. Indien er redelijke verdenking bestaat van het bezit van illegale goederen;
3. Indien sprake is van verdachte financiële transacties of aanwijzingen voor fraude, witwassen, of overtredingen van de Opiumwet of de Wet wapens en munitie.

Bewijs moet voortkomen uit geverifieerde gegevens of waarnemingen van de politie.

De Wet wapens en munitie van Westerdam heeft tot doel de samenleving te beschermen tegen het onrechtmatig bezit, gebruik en handel in wapens en munitie, en regelt de voorwaarden waaronder deze voorwerpen rechtmatig in bezit kunnen zijn.

In de zin van deze wet wordt verstaan onder:

Wapen: ieder voorwerp dat naar zijn aard of door aanpassing geschikt is om personen of goederen te verwonden, te bedreigen of te vernietigen.

Munitie: projectielen en toebehoren bestemd om door vuurwapens te worden afgevuurd.

Categorieën wapens:

1. Categorie I: handvuurwapens (zoals pistolen en revolvers);
2. Categorie II: machinepistolen en semi-automatische wapens;
3. Categorie III: automatische vuurwapens en oorlogswapens;
4. Overige categorie: steek- of slagwapens, alsmede nepwapens die op echt vuurwapen lijken.

De politie van Westerdam is bevoegd tot opsporing, inbeslagname en vernietiging van verboden wapens en munitie.

Inbeslaggenomen wapens worden na afronding van het onderzoek vernietigd, tenzij een gerechtelijke procedure anders bepaalt.

Bij verdenking van verboden wapenbezit mag de politie, met toestemming van de (Hoofdofficier van) Justitie, overgaan tot fouillering of huiszoeking.

Indien het wapenbezit gepaard gaat met geweld, bedreiging of gebruik tijdens een strafbaar feit, wordt de straf verdubbeld.

Indien het wapenbezit plaatsvindt binnen overheidsgebouwen, luchthavens of politieterreinen, wordt dit beschouwd als een misdrijf van de zwaarste categorie.

De Opiumwet van Westerdam heeft tot doel het tegengaan van het illegale bezit, de productie, verwerking en handel in verdovende middelen.

Deze wet onderscheidt tussen softdrugs en harddrugs, met afzonderlijke strafmaatregelen afhankelijk van de ernst van het feit.

In deze wet wordt verstaan onder:

Softdrugs: middelen met een relatief beperkt risico voor de volksgezondheid, daar wordt onder verstaan cannabis

Harddrugs: middelen met een ernstig risico voor de volksgezondheid, zoals methamfetamine en cocaïne & XTC.

Bezitten: het aanwezig hebben van verdovende middelen, ongeacht de hoeveelheid of bestemming.

Produceren: het vervaardigen, bereiden, bewerken, telen of raffineren van verdovende middelen.

Verwerken: het omzetten van grondstoffen of halffabricaten tot een eindproduct dat als verdovend middel kan worden aangemerkt.

Verkopen: het verstrekken, verhandelen, distribueren of anderszins overdragen van verdovende middelen aan derden.

Indien drugshandel gepaard gaat met geweld, bedreiging of wapengebruik, wordt de straf verdubbeld.

Indien de handel plaatsvindt in de nabijheid van scholen, ziekenhuizen of overheidsgebouwen, wordt de straf verhoogd met vijftig procent (50%).

Alle aangetroffen verdovende middelen, materialen of productiegoederen worden door de Politie van Westerdam in beslag genomen.

De goederen worden na afronding van het onderzoek vernietigd, tenzij de rechter anders bepaalt.

Indien een feit tevens strafbaar is gesteld onder de Wet wapens en munitie of het Strafrecht van Westerdam, wordt de zwaarste straf toegepast.

De werkstraf heeft tot doel de dader van een strafbaar feit te confronteren met de gevolgen van zijn handelen, de samenleving een vorm van genoegdoening te bieden en herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

De werkstraf wordt beschouwd als een herstelgerichte maatregel, uitgevoerd onder toezicht van de Politie van Westerdam.

Een werkstraf kan worden opgelegd als zelfstandige straf en in combinatie met een geldboete.

De uitvoering van de werkstraf geschiedt op door de Politie van Westerdam aangewezen locaties.

De veroordeelde is verplicht aanwijzingen van toezichthouders of politieambtenaren tijdens de uitvoering van de werkstraf op te volgen.

Het niet naleven van de werkstraf kan leiden tot vervangende hechtenis of verdubbeling van het opgelegde aantal taken.

Wanneer een veroordeelde zowel werkstraf als hechtenis opgelegd krijgt. Zullen de werkstraffen gehalveerd worden en als maanden bij de hechtenis worden toegevoegd.

Werkstraffen bestaan uit werkzaamheden die bijdragen aan de gemeenschap, waaronder:

1. het opruimen van afval op aangewezen locaties;
2. onderhoud van openbaar terrein of voertuigen;
3. ondersteuning bij schoonmaak- of herstelwerkzaamheden;
4. andere door de Politie van Westerdam bepaalde taken die in verhouding staan tot het gepleegde delict.

Werkzaamheden worden zoveel mogelijk uitgevoerd op dagen en tijdstippen die het maatschappelijk belang niet verstoren.

De uitvoering van werkstraffen staat onder toezicht van de Politie van Westerdam.

Iedere uitgevoerde werkstraf wordt geregistreerd in het strafdossier van de betrokkene.

Na volledige uitvoering wordt de straf als afgerond beschouwd en administratief afgeboekt.

Dit Wetboek treedt in werking op de dag van publicatie door de Politie van Westerdam.

Alle bepalingen gelden voor het gehele grondgebied van Westerdam.

De Politie van Westerdam ziet toe op de naleving, handhaving en uitvoering van dit Wetboek.